John Boontjes werkt al 21 jaar bij SPIE en hoopt daar nog heel wat jaren aan vast te plakken. Na de industrie-tak is hij nu werkzaam in de natte infra, voor de Business Unit Bruggen, sluizen & gemalen en is hij een belangrijke schakel in het onderhoud van de objecten in het areaal Noordzeekanaal.  

“Vier dagen per week smeer ik onderdelen van bruggen en sluizen en een dag zit ik in het team van de grotere onderhoudswerkzaamheden; het grove werk, zoals deuren- en cilinderwissels. Allebei leuk; dit is echt helemaal mijn ding.” 

“Soms hoor ik weleens: “Dat kan toch iedereen?” Nou, dat kan wel wezen, maar je moet het ook willen. Dit werk is net zo belangrijk als ieder ander onderdeel van het onderhoudsproces. Ik kan veel meer dan alleen smeren. Zo heb ik mijn lasdiploma’s, die ik aan het aanvullen ben met lascertificaten en ik heb mijn diploma voor constructiebankwerker. Binnen SPIE doe ik nog allerlei cursussen en trainingen en dat wil ik blijven doen. Ik wil me blijven ontwikkelen en mijn kennis en kunde verder verbreden. En dat doe ik het liefste bij SPIE, want ik vind SPIE een geweldige werkgever!” 

“Waarom? Omdat alles gewoon goed geregeld is. Ik krijg iedere maand perfect op tijd mijn salaris gestort, ik heb veel vrije dagen, ieder jaar een winstuitkering, een bus met een tankkaart, een tablet, noem maar op; er wordt goed voor me gezorgd. Sinds dit jaar heb ik een buddy. Dat is een collega met wie ik net even wat meer optrek en bij wie ik terecht kan als ik een iets wil bespreken of even wil overleggen over hoe ik iets aan zal pakken. Ook dat helpt me bij mijn persoonlijke ontwikkeling.”  

“Vanaf het begin van het contract voor het Noordzeekanaal ben ik hier aan het werk. Hiervoor werkte ik voor SPIE-Industry, voornamelijk bij Tata Steel. Toen ze voor dat contract een smeerder zochten, ben ik eens gaan praten en ben ik dus intern overgestapt. Dat kan heel gemakkelijk bij SPIE. Precies daarom hoef ik hier niet meer weg. Als dit contract ooit afloopt hoop ik bij een ander areaal te mogen werken. Al moet ik er voor naar de andere kant van het land rijden!”